Door Willem Maris
Hierbij de tweede en laatste update van het Nederweerter weidevogelbeschermingswerk dit jaar.
Vorig jaar was een absoluut rampjaar voor de Nederlandse weidevogels. Het broedsucces was minimaal door droogte en predatie. Dit jaar waren de omstandigheden aanmerkelijk beter. Het voorjaar was koel en kwam traag op gang. Voldoende vocht en langzaam groeiend gras boden weidevogels met kuikens goede leefomstandigheden. Overal uit het land kwamen opbeurende berichten over het broedsucces. Ook in Nederweert hebben de weidevogels kuikens groot gekregen. Maar het hadden er best wat meer mogen zijn.
Kieviten
Allereerst de kieviten. Er zijn uiteindelijk 108 nestelende paren vastgesteld tijdens het reguliere beschermings werk op gangbare percelen. Vermoedelijk waren het er nog wat meer. Door de trage grasgroei hebben waarschijnlijk meer kieviten dan anders in weidevogelgraspercelen gebroed. Normaal gesproken broeden kieviten nauwelijks meer in grasland omdat het gras tegenwoordig veel te snel groeit. Kieviten willen vanaf het nest om zich heen kunnen kijken. Daarom broeden ze tegenwoordig bijna allemaal op kaal bouwland. Het weidevogelgras is vooral bedoeld voor grutto’s en wulpen die wel graag beschut in het lange gras zitten. Maar in dit koele natte voorjaar groeide het gras ‘ouderwets’ langzaam en lijken er meer kieviten in het gras gebroed te hebben. In weidevogelgraspercelen zoeken we geen nesten omdat weidevogels hier al veilig zitten door de uitgestelde maaidatum dus hier kunnen we wat broedende kieviten gemist hebben. Wellicht komen we met deze gemiste broedparen rond de 117 paar die we vorig jaar hadden. Maar helaas zijn er erg weinig nesten uitgekomen. Inclusief de kieviten die we met kuikens op graspercelen zagen zijn er slechts 34 nesten uit (29%).
Predatie blijft een grote rol spelen op de hogere zandgronden. Maar lastig was ook dat in corona tijd meer mensen door het veld zwierven, al dan niet vergezeld door loslopende honden. Dit is enorm verstorend voor de weidevogels. Veel mensen denken: wat leuk al die roepende vogels in de lucht. Maar het is dikke paniek. Broedende vogels worden verstoord en oudervogels met kuikens alarmeren om te zorgen dat de kuikens zich drukken en roerloos blijven zitten. Al die tijd kunnen de kwetsbare kuikens niet eten terwijl ze in het moderne agrarische landschap al meer tijd nodig hebben om hun dagelijkse portie binnen te krijgen door gebrek aan insecten. In een dikke maand moeten ze van piepkuiken opgroeien tot robuuste vliegvlugge vogels die al snel op trek moeten. Een race tegen de klok. Elke verstoring zet ze daarbij op achterstand.
Wat momenteel ook niet in het voordeel van de kieviten werkt is het groeiende areaal bouwland dat met een fors ontwikkelde groenbemester uit de winter komt als gevolg van de nieuwe vergroeningseisen. Voor milieu, bodemkwaliteit en veel andere boerenlandsoorten is vergroening een prima ontwikkeling (o.a. voor de patrijs) maar kieviten – en ook scholeksters – broeden nu eenmaal het liefst op onbegroeide of schaarse begroeide locaties. Het areaal aan geschikte broedplekken voor kieviten is dus afgenomen.
Grutto’s
Dit jaar hadden we 15 paar broedende grutto’s in Nederweert. Twee paar minder dan vorig jaar. Het gekke is dat het aantal grutto’s dat zich voor het broedseizoen verzamelt in de plas-dras in het Mussenbaangebied toe lijkt te nemen, terwijl het aantal broedparen gelijk blijft en de laatste jaren licht lijkt af te nemen. Mogelijk gebruiken meer vogels het gebied als tussenstop omdat het de laatste jaren aantrekkelijker is geworden. Staatsbosbeheer slaagt er namelijk steeds beter in om water in het gebied vast te houden.
Tien gruttoparen hebben genesteld in percelen met een uitgestelde maaidatum. Toch heeft dit maar 1 succesvol gruttopaar opgeleverd. Het lijkt er op dat net als vorig jaar rond de uitkomstdatum van alles is misgegaan. Vorig jaar was het nog te verwachten. Het was gortdroog en er was een muizentekort waardoor de predatiedruk op de weidevogels hoog was. Maar nu leek alles prima in orde. Voldoende vocht en voldoende muizen. Blijft over: verstoring en/of wellicht toch nog predatie. Bij de vijf resterende gruttoparen die in gangbaar grasland hebben gebroed was in ieder geval predatie weer de verlies oorzaak. Erg frustrerend voor de boeren die uitstekend meewerken en zelf aan de bel trekken als ze vermoeden dat er een grutto in hun gras broedt. Eén melkveehouder vond zelf één van de twee gruttonesten in zijn gras. Heel bijzonder want gruttonesten zijn zeer moeilijk te traceren. Aan de inzet van de boeren ligt het dus niet dat de resultaten tegenvallen.
Het eerste – en uiteindelijk dus enige – paar grutto’s met kuikenalarm namen we waar op 18 mei en dit gruttopaar was alarmerend aanwezig tot minstens 21 juni. De kuikens hebben we nooit te zien gekregen door de uitbundige grasgroei in mei-juni maar uit het feit dat deze grutto’s minstens 34 dagen alarmerend aanwezig waren is af te leiden dat ze minstens 1 pul groot kregen. De rest van de grutto’s was toen allang vertrokken. Gek genoeg zonder voorafgaande groepsvorming eind mei in het Mussenbaangebied. Ze lijken dit jaar met stille trom vertrokken.
Wulpen
In het kerngebied tussen Peel en Zuid-Willemsvaart hadden we 7 wulpen paren (vorig jaar 12). In Kruisvennen net als de voorgaande twee jaar 5 paren en in het Laarderheide gebied wederom 1 paar.
In het kerngebied zijn twee nesten in gangbaar grasland gevonden en beschermd. Beide zijn door de boeren zelf gevonden, een compliment waard. Des te vervelender is het dat ze vervolgens beide gepredeerd zijn waarbij in één geval ook de broedende vogel gepakt is. De boeren zijn erg begaan met het dierenleven in hun percelen. Dat motiveert ons als beschermers enorm.
Eén van de boeren die zelf een wulpennest vond – melkveehouder Ruud Ketelaars – stuurde me in juli een appje met deze foto. De kinderen waren mee op de trekker en vertrouwden het niet met een roofvogel in de buurt tijdens het maaien dus hebben ze het jonge haasje maar even in veiligheid gebracht in de cabine van de trekker. Ruud is die dag uiteindelijk zelfs gestopt met maaien omdat er maarliefst 12 jonge haasjes in het laatste stuk zaten. Hij heeft ze de tijd gegeven een goed heenkomen te zoeken en is pas de volgende dag verder gegaan. Het gevangen haasje hebben ze ‘s avonds weer losgelaten. Jonge haasjes worden doorgaans rond een uur na zonsondergang gezoogd door de moederhaas.
Van de andere vijf wulpenparen in het kerngebied zijn twee paar waargenomen met kuikenalarm. Onduidelijk is of ze het tot een goed einde hebben kunnen brengen.
In het Kruisvennengebied hebben we drie wulpennesten kunnen beschermen. Eén daarvan is ook door een oplettende melkveehouder zelf gevonden. Twee beschermde nesten zijn uitgekomen, de derde is gepredeerd. Verder is er waarschijnlijk nog een niet door ons gevonden nest uitgekomen. Op basis van de duur van de periode dat er wulpen met kuikenalarm aanwezig waren is de inschatting dat twee paar in het Kruisvennengebied een kuiken hebben groot gekregen.
Scholeksters
De scholeksters lijken zich steeds meer te verplaatsen naar de bebouwde omgeving. Er hebben 11 scholeksterparen gebroed waarvan 6 paar een nest hebben uitgebroed. Vijf van deze zes paren zaten in de bebouwde omgeving met hun jongen. Minstens drie hiervan hebben een nest op een plat dak uitgebroed. Bij de vijf paren in de bebouwde omgeving zijn totaal 10 pullen gezien waarvan zeker 2 kuikens vliegvlug zijn geworden en er zijn nog 3 vrijwel vliegvlugge gezien. Bij een laat nest op een dak op het bedrijventerrein Aan Veertien langs de Zuid-Willemsvaart was de afloop bijzonder tragisch. Op 20 juli werden twee jongen van enkele dagen oud dood aangetroffen op de parkeerplaats van het bedrijf, vlak onder de dakrand. Waarschijnlijk vanwege hitte of droogte van het dak gesprongen. Het was net gebeurd, de scholeksterouders liepen nog alarmerend bij de zojuist gesneuvelde jongen. In het agrarisch gebied is maar 1 paar met kuikenalarm aangetroffen. Duidelijk is dat de kans op een succesvol broedsel groter is in de bebouwde omgeving waar jongen veilig op kunnen groeien op een plat dak waar ze gevoerd worden door de ouders. Het wordt pas riskant als ze bijna vliegvlug naar beneden moeten…… of al eerder als het te heet wordt op het dak.
‘Meelifters’ floreren
Afsluitend kunnen we stellen dat het met de medewerking van de boeren wel snor zit maar dat het broedsucces verder omhoog moet om de weidevogels te behouden voor Nederweert. Met name de grutto’s hebben het zwaar nadat Nederweert er enkele jaren geleden juist uit sprong als locatie met een hoger broedsucces dan gemiddeld in Nederland.
Maar we moeten niet uit het oog verliezen dat de prachtige gruttohooilanden ook fantastische leefgebieden zijn voor patrijzen, kwartels, veldleeuweriken, graspiepers en gele kwikstaarten. Deze soorten floreren in de hooilanden. Met name graspieper, veldleeuwerik en kwartel moet je elders in Nederweert met een lantaarntje zoeken. Deze zomer is zelfs een keer een kwartel met kuikens gezien langs de Mussenbaan en mogelijk nog een kwartelgezin in het Laarderheidegebied. Dat zijn zeer zeldzame waarnemingen want kwartels hoor je wel maar je ziet ze haast nooit. En ook de patrijzen weten de hooilanden te vinden. Dat stellen we ook vast bij het zenderonderzoek aan de Ospelse patrijzen. Daarover in een latere update meer.
Tot mei 2022 maar weer, dan volgt de eerste update van het nieuwe weidevogelseizoen.
Groet Willem Maris
mede namens collega-beschermers Peter Feijen, Jan Sieben en Frans Boonen
Foto’s: Otto Plantema (header), Ruud Ketelaars (haasje), overige door Willem Maris