Door Rik Schreurs
Twee extreem droge voorjaren en de daarmee gepaard gaande onkruiddruk vragen onder sommige omstandigheden om een aangepaste werkwijze in het beheer. Biedt het inzaaien in het najaar kansen? Extreme droogte en een hoge onkruiddruk van warmtekiemers worden zo vermeden!
Het is de vraag of de aan het bekende bloemblokmengsel toegekende eigenschappen als doorloopbaarheid en nestdekking voor patrijzen behouden blijven met de najaarsvariant? Het experiment is gestart!
Dit najaar zijn voor het eerst op relatief grote schaal een aantal Meerjarige vogelakkers gedeeltelijk ingezaaid met een experimenteel bloemblokmengsel samengesteld uit winterharde soorten. Op veertien verschillende beheerpercelen door heel Limburg is in totaal iets meer dan 10 hectare ingezaaid.
Op een paar uitzonderingen na betreft het de in het voorjaar 2020 ingezaaide delen van de Meerjarige vogelakkers. Het hier ingezaaide bekende bloemblokmengsel heeft zich niet kunnen ontwikkelen. Het verse zaaibed heeft er in het voorjaar wel voor gezorgd dat de zaden zijn gekiemd, maar dat de kiemplantjes door de aanhoudende droogte zijn uitgedroogd.
Dé ideale omstandigheden voor Melganzenvoet om de boel over te nemen! Vaak nog bevorderd door een luchtig, droog en daardoor snel opwarmende zaaibed als gevolg van het herhaaldelijk frezen van de bodem als zaaibedvoorbereiding.
Hier en daar een veldje vol Melganzenvoet levert wel aardig wat wintervoedsel op voor veel zaadetende vogelsoorten als ringmus en rietgors. Maar om deze vogelakkers weer meer geschikt te maken als broed- en opgroeibiotoop voor de patrijs voor de komende jaren, is besloten tot deze najaar-inzaai.
Voordelen najaar-inzaai:
Factoren als een tekort aan neerslag en een hoge onkruiddruk spelen een minder belangrijke rol in het slagen van het gewenste gewas.
Omdat er geen verdere grondbewerkingen in het voorjaar uitgevoerd hoeven te worden is een sterke onkruiddruk van warmtekiemers niet te verwachten.
Er is dus een alternatief, winterhard mengsel samengesteld. De hoofdbestanddelen van dit meerjarige mengsel zijn winterrogge, winterwikke, bladkool, bladraap, winterkoolzaad en wintererwt. Deze soorten gaan zorgen voor een goed en snel sluitend gewas in het voorjaar.
Hierdoor krijgen de in het voorjaar kiemende onkruiden geen kans zich massaal te ontwikkelen.
Theoretisch gezien moeten de geselecteerde soorten ook gaan voorzien in dezelfde functionaliteit als de ‘voorjaars’ bloemblok. Bijvoorbeeld de bladkool en winterkoolzaad hebben een stevige opgaande vertakte stengel. Deze vormen het geraamte waarmee ze stevigheid gaan gegeven aan het gewas. In het tweede jaar wordt deze functie ook vervuld door de Grote Kaardenbol en Wilde Cichorei.
In mengsel zitten ook typische akkerkruiden als klaproos, korenbloem en gele ganzenbloem. En een aantal meerjarige kruiden zoals witte- en rode klaver. Deze soorten moeten gaan voorzien in voldoende aanbod van insecten. De grassen in het mengsel moeten pluksgewijs gaan zorgen voor dichte vegetatie waarin patrijzen een nest kunnen maken.
Het gewas zal zich zeker gaan ontwikkelen tot een mooie groene, bloeiende en natuurrijke bloemblok. De ontwikkeling van het gewas, de natuurwaarden en de te verwachten functionaliteit voor patrijs worden de komende jaren zorgvuldig gevolgd aan de hand van de beheermonitoring die wordt uitgevoerd door de veldmedewerker. We zullen de ervaringen blijven delen via blogs.
Heeft u vragen, suggesties of opmerkingen neem dan contact op met Rik Schreurs